Auteur: beleggingsweetjes

Op zoek naar alternatieven voor sparen en obligaties

Sparen bij banken en beleggen in obligaties levert niet veel meer op en dus moeten beleggers op zoek naar alternatieven. De aandelenmarkt is dan de eerst aangewezen plaats. Gemiddeld ligt het dividendrendement dat aandelen geven nu ruim boven de gemiddelde rente op obligaties met een looptijd van 10 jaar. Dat wordt weinig belicht, maar het is een ongekende anomalie. Dividendrendementen zijn door de geschiedenis heen vrijwel altijd lager geweest dan het rendement op langlopende obligaties. Dat kan twee dingen betekenen: ofwel obligaties zijn te duur, ofwel aandelen zijn te goedkoop. De waarheid ligt in het midden: beiden zijn waar. Natuurlijk zijn niet alle aandelen veel te goedkoop, en om de juiste te kunnen selecteren heeft u dit boek gekocht. Enkele honderden aandelen van bekende en minder bekende bedrijven werden voor dit boek bekeken en beoordeeld. Uiteindelijk resulteerde een eerste screening in een selectie van ruim honderd aandelen die geschikt bevonden werden voor een nadere bespreking. Honderd aandelen die, tegen de juiste prijs, voor een belegging in aanmerking komen. Om er de meest koopwaardige uit te pikken is gekeken naar de waardering, maar ook naar risico’s die samenhangen met de balans, de omvang van het bedrijf, de verhandelbaarheid van het aandeel en de regio, valuta en sector waarin het bedrijf actief is.

Sterke dollar te verwachten

Sterke dollarDe ontwikkelingen op de valutamarkten moeten in 2016 scherp in de gaten worden gehouden. Vooral bij een sterk herstel van de Amerikaanse dollar ten opzichte van andere valuta kunnen Amerikaanse aandelen het wat minder doen. Lagere opbrengsten uit het buitenland zorgen dan vooral bij de bedrijven die wereldwijd actief zijn voor winstdalingen. Voor Nederlandse beleggers wordt dit effect overigens wel gedempt: de lagere koers wordt immers genoteerd in de hogere dollar. Het afdekken van het dollarrisico is in 2016 daarom niet aan te raden. Het is een strategie die vermoedelijk geld zal kosten. Dividendrendement is voor 2016 een zeer belangrijke maatstaf. Bedrijven die jaar in, jaar uit in staat zijn een hoog dividend uit te keren zonder dat de balans verzwakt hebben een dikke streep voor. Zeker voor beleggers die met hun vermogen wat inkomsten willen genereren of er zelfs van moeten leven is het prettig dat er aandelen zijn die een dividendrendement hebben dat bijvoorbeeld vier keer zo hoog is als de rente op een eenvoudige spaarrekening. Dan komt het er wel op aan aandelen met een hoog dividend te selecteren die relatief weinig neerwaarts risico kennen of, liever nog, enig opwaarts koerspotentieel. Dat is wat deze website tracht te doen.

Negatieve rendementen te verwachten met obligaties

Omdat het economische herstel nog zo pril is en de inflatie gematigd, is het niet te verwachten dat in 2016 renteniveaus sterk zullen oplopen. Voor beleggers met nieuw geld is het op de obligatiemarkt echter uiterst moeilijk een redelijk rendement te behalen. Want hoe veilig staatsobligaties van landen als Nederland of Duitsland misschien ook zijn, als de rente maar een beetje oploopt, wat de verwachting is, dalen de obligatiekoersen en heb je al snel een negatief rendement. Voor aandelen is het klimaat in 2016 een stuk gunstiger. De Europese Centrale Bank heeft officieel als hoofddoel het handhaven van prijsstabiliteit in het eurogebied. In het verleden werd er vaak op gehint dat dit ook zo ongeveer het enige doel was van de ECB. Wat echter steeds meer naar voren komt is dat van de ECB ook wordt verwacht dat zij het algemene economische beleid van Europese Unie ondersteunt. En de Europese Unie heeft meerdere doelen, zo blijkt uit het Europees Verdrag. Belangrijk daarin is het stimuleren van een “duurzame ontwikkeling van Europa op basis van een evenwichtige economische groei en een sociale markteconomie met een groot concurrentievermogen die gericht is op volledige werkgelegenheid en sociale vooruitgang”. Prijsstabiliteit is dus niet het enige. En dat de ECB ook bereid is de Europese economie te stimuleren bleek wel uit het feit dat er tot september 2016 elke maand voor 60 miljard euro aan obligaties zal worden opgekocht. In totaal wordt daarmee voor ruim 1.000 miljard euro aan leningen uit de markt gehaald, wat gelijk staat aan ongeveer 10 procent van de totale overheidsschuld in de eurozone. Deze tsunami van steungeld zal een forse rentestijging in 2016 nog verhinderen, en waarschijnlijk in de jaren daarna ook nog wel. Rentes kunnen dus enigszins oplopen, maar naar verwachting niet veel. En dat is goed nieuws voor beleggers, met name in Europa omdat het opkoopprogramma ook de koers van de euro zal drukken. Bedrijven die hun spullen buiten Europa verkopen profiteren daarvan.

Olie kan naar 20 dollar

OlieVoor 2016 is geen sterk herstel van de grondstoffenprijzen te verwachten, daarvoor is de economische opleving niet sterk genoeg. Dat geldt vooral voor de olieprijs, die richting 20 dollar zou kunnen zakken. De prijs van wat ooit het ‘zwarte goud’ werd genoemd staat al een tijdje onder druk. De oliemarkt krijgt de komende jaren te maken met een krimpende vraag door de opkomst van elektrisch rijden en gestaag toenemende capaciteit van duurzame energiebronnen. Daar komt bij dat het aanbod van olie alleen maar groter lijkt te worden. De sterk gegroeide winning van schalie-olie in de Verenigde Staten en de terugkeer op de markt van Iran zijn daar belangrijke factoren in. De olie is nog lang niet op en gaat vermoedelijk ook nooit op. Het belang van olie voor de wereldeconomie zal echter wel afnemen. De wereld staat aan de vooravond van het einde van de verbrandingsmotor. Die zal het net zo vergaan als de stoomtrein of de gloeilamp: ingehaald en verdrongen door efficiëntere technieken. Het is niet de vraag óf we allemaal elektrisch gaan rijden, het is de vraag wanneer (vrijwel) alle auto’s elektrisch aangedreven worden. In de nutssector verandert de komende jaren ook veel. Zonnecellen worden snel beter én goedkoper en leveren op termijn veel efficiënter energie dan fossiele plantenresten, in welke vorm dan ook. De transitie naar een aanzienlijk duurzamer economie heeft gevolgen in tal van sectoren en bij allerlei bedrijven. In de hoofdstukken over aandelen in dit boek komt die ontwikkeling uitgebreid aan de orde.

Cyclus in de wereldeconomie

Europa heeft een open economie, wat dit continent gevoelig maakt voor de cyclus in de wereldhandel, die nu door een dal gaat. De groeivertraging in veel opkomende economieën doet Europese exporteurs pijn. Het economisch herstel werd in 2015 in Europa dan ook vooral gedreven door de binnenlandse vraag. Lage rente en goedkope grondstoffen geven de koopkracht een duidelijke stimulans. Dit zorgt weer voor herstel op de aandelenbeurzen, wat het vertrouwen verder versterkt. Een precair proces, wat door plotselinge onrust op de financiële markten soms een flinke stap terug moet doen. De lagere grondstoffenprijzen werken door in de inflatie (het algemeen prijspeil) die op een zeer laag niveau beweegt. Voor de centrale banken, die graag een lage inflatie zien, maar zeker geen deflatie (dalende prijzen) willen, vormt dit een steeds groter probleem. De inflatieverwachtingen worden steeds maar weer neerwaarts bijgesteld en omdat de beleidsrente al tegen het nulpunt schurkt, grijpen centrale banken steeds vaker naar onconventionele middelen om de economie en de inflatie aan de praat te houden, zoals het op grote schaal opkopen van obligaties (kwantitatieve verruiming). Dit beleid zorgde er in 2015 voor dat ook de renteniveaus van kortlopende staatsobligaties naar het nulpunt zijn gedaald, of zelfs negatief werden.

Visie op 2016

De wereldeconomie heeft er al een paar jaar grote moeite mee om uit de krater te kruipen die geslagen werd door de Kredietcrisis. Renteniveaus zijn vrijwel overal al jaren historische laag. In 2015 is sprake geweest van toenemend economisch herstel, vooral in de belangrijkste economie van de wereld, de Amerikaanse. De Europese economie lijkt bij dat herstel aan te kunnen haken, zeker als de Amerikaanse dollar verder aantrekt. Herstel van de economische activiteit gaat in 2016 voor een wat hoger rentepeil zorgen. Eerst in de Verenigde Staten, later ook in Europa. Opvallend is dat de groei in veel landen die voorheen als `emerging markets’ werden gezien, lager wordt. Het verschil tussen ‘volwassen’ en ‘opkomende’ economieën vervaagt. Vooral in landen die afhankelijk zijn van de export van grondstoffen en olie, zoals Rusland en Brazilië, viel de groei ver terug. Deze landen gingen in 2015 door een diep dal. China groeit nog wel met zo’n 7 procent op jaarbasis, maar ook dat is lager dan in eerdere jaren.